leendertenjohanneke.reismee.nl

Lombok, Gili Air

Dinsdag 16 maart

Sinds zaterdag zitten we in Sengigi op Lombok. De eerste nacht was meteen al opwindend, want er was een leiding gesprongen achter ons appartement. Het water stroomde zo overvloedig, dat ik er wakker van werd. De security, die Leen er bij haalde heeft ons een andere kamer gegeven, zodat we midden in de nacht - 3 uur- met ons hele hutjemutje zijn verkast.

Zondag hadden we een trip over het eiland met een chauffeur, die ons van alles uitlegde. We werden zelfs meegenomen naar zijn huis in het dorp en dronken daar thee en ontmoeten o.a. zijn moeder. De theeceremonie zag je al op de fotoserie van de vorige keer. Daarna maakten we een ritje in de paardentaxi van de broer van de chauffeur. Het hele dorp wuifde ons uit en wij maar lachen en zwaaien dubbelgevouwen in het karretje. Ook zagen we een dorp, waarin een cooperatie was van weefsters van kleden. Weer anders dan op Bali, maar niet minder intensief. De sjaal die we hebben gekocht is het werk van 1 week 8 uur per dag weven. Een weefster weeft ongeveer 35 cm per dag.

Daarna naar een Sasakdorp, waar de mensen nog traditioneel leven. Ze hebben hun eigen taal en gebruiken. Jammer is dat de kinderen haast geen onderwijs krijgen. Hier heb ik een echt Sasakmaal gegeten, Leendert stond nog op dieet. Het smaakte prima. De kok (15 jaar) vertelde dat hij iedere dag voor zijn hele familie kookt.

Wat moeilijk te beschrijven is zijn de grappige, bijzondere en interessante dingen, die je tijdens zo'n rit onderweg allemaal ziet. Zo zagen we een bruiloft, zie de foto's van vorige week, de bruid voorop met haar vriendinnen, zeer serieus kijkend, de bruidegom 100 m. erachter met zijn vrienden, die uitbundig plezier maken, terwijl de bruidegom keek, alsof hij werd opgebracht, zo sip. Ze zagen er beiden fantastisch uit.

Even later haalden we weer een bruidspaar in. Zij reden op brommertjes. De bruid zat achterop, met twee benen aan 1 kant, vanwege haar nauwe sarong. De bruidegom en bruid werden elk op een eigen brommer vervoerd. De gasten joegen er op brommertjes achteraan of kwam het bruidspaar lopend tegemoet.

Maandag nam de chauffeur ons mee naar de oguh oguh optocht. De Balinese Hindoes vieren nieuwjaar op 15 en 16 maart. 15 maart is noisy day. Dan wordt er een optocht gehouden met allerlei grote angstaanjagende beelden, die door de jongelui van een dorp zijn gemaakt. Vergelijk het met ons carnaval. Deze grote poppen moeten het boze van het afgelopen jaar verjagen, zodat men met een schone lei het nieuwe jaar ingaat. De dag erop is het silent day. Men mag het huis niet uit, er wordt geen vuur gemaakt of electriciteit gebruikt. Het is een dag van rust en inkeer.

Daarom zijn we nu op Lombok, wat islamitisch is. De chauffeur is echter wel hindoe en bood aan met hem, zijn vrouw en nichtje naar de optocht in Mataran hier op Bali te kijken, waar een hindoeisische gemeenschap woont en het feest ook viert.

Dat was een hele ervaring. Er deden meer dan 100 beelden mee, dus we waren een paar uur zoet. Gelukkig stonden we in de schaduw van een grote boom, want het was niet te harden van de hitte.

Het was een lawaai van jewelste - logisch op noisy day- met veel gekrioel van opgewonden, feestende mensen, kindertjes met snoep, veel straatverkopers, kortom een hele geweldige belevenis om mee te maken.

Vandaag hebben we ons aangepast aan de bevolking en gelezen op een stretcher in de schaduw van bomen met een mixed fruitjuice binnen handbereik.

Plastic World

We zouden naar Kuta Beach op Lombok, vanwege de mooie stranden. We hebben ons laten afzetten bij het Novotel om ons de luxe eens goed te doen smaken. Man,man, wat een andere sfeer. Je rolt in een dagprogramma, dat erop gericht is toch vooral niet het resort te verlaten. Uiteraard een zalige zee en dito zwembaden. En als je dan weer op je zonnebed ligt komen ze je storen met een verfrissend hapje. Je steekt je goede vinger op en hup, er staat weer een ober voor je om een drankje te brengen. Tegen de avond wordt het pas echt hard werken. Happy hour,manager's cocktail, diner en film aan zee. Op de kamer s' avonds laat naar BVN gekeken. DWDD, Pauw en Witteman en het journaal met reportages over de nakende lente. Heerlijk, maar het heeft natuurlijk niets met de werkelijkheid te maken. Het is een kunstmatige wereld, met alleen maar blanke westerlingen. Kuta/Lombok de vissers, de verkopers worden op een afstand gehouden. We waren dan ook weer blij om in Sengiggi welkom te worden geheten door de mottenballengeur op onze kamer en een vrouw, die al zeker 20 x ons een massage probeerde aan te smeren (nee, niet vandaag). Praatje hier,praatje daar en overlopend van vriendelijkheid.

Gisteren 1 dag daar Gili Air geweest, wat gewoon te kort was. De Gili-eilanden zijn 3 piepkleine bountyeilandjes. Gili Air is de kleinste met de meeste mensen (ca 1500). Er lopen wat zandpaden, geen enkele auto. Men vervoert zich met de fiets, lopend of met kleine paard/wagentjes. Het was een dromerig gedoe. In de middag hadden we een boot gecharterd. De glassbottom voor Johanneke en de snorkelvreugde voor Leendert. Prachtig koraal, schildpadden van ca 1 meter, barracuda's en allerlei gekleurde vissen, zo weggezwommen uit Finding Nemo. De avondhap genoten in iets van een restaurantje aan het strand, met van die prive louncheprieeltjes. Je ligt daar dan wat te hangen, te eten, te sippen, terwijl de ober (het mag de naam niet hebben) er kwartier over doet om de bestelling op te nemen en daarna met enige regelmaat terug om praatjes te maken. Over Boney M, voetbal en allerlei andere zaken, die er nergens toe doen dan alleen hier op dit eiland. Op het pad terug in het donker passeren we de snorkeljongen nog, die samen met zijn gitaarvriend voor ons nog een aantal songs ten gehore brengt. Schattig. We sliepen in een fantastische lodge, geheel van bamboe. Zonder airco en met fan. De electriciteit viel uit en dan is het toch behoorlijk bed-drijven (ramen niet open vanwege malariamug gevaar. Gelukkig duurde dat een uurtje. Volgende ochtend weer terug naar Lombok, na veel gestoethaspel met de tickets. Die worden wel zesentwintig keer gecontroleerd en heruitgeschreven. Je verbaast je erover, dat je uiteindelijk toch nog in de goede boot terecht komt. Na een heel zweterige reis zijn we vanavond weer op Bali aangekomen. Weer thuis in de waanzinnige verkeerskluwen van brommertjes en auto's, die maar met 1 ding bezig zijn: elkaar passeren. Er zijn hier 2 verkeersregels. Voor rood licht stopt men (meestal. De tweede regel is afgaan op de intuitie. Dan ontstaat een soort van zeer flexibel weggedrag, waarbij ik het spoor geheel bijster raak.

Nu nog drie dagen in Sanur en de laatste 2 dagen in Ubud. En dan zit het er al weer op.Het waren drie heerlijke maanden,waarin we onnoemelijk veel hebben gezien en beleefd. Maar... we hebben ook veel zin om weer naar huis te gaan en iedereen weer te zien, vooral de kinderen natuurlijk. Het liedje van Johan's cd zweeft me nu ook vaak door het hoofd.

We hopen jullie binnen korte tijd weer allemaal ‘live' te treffen. Bedankt voor alle leuke reacties op onze weblog.

En in Nederland gaan we:

Bruine boterham met kaas eten

Fietsen

Appeltaart met slagroom eten

Bijkletsen

Hangen op onze eigen bank

Badderen in onze eigen badkamer en je spullen er laten liggen

Lekker weer de kinderen en collega's van de Boei zien

Roken en ouwehoeren met Biblionet collega's

En nog veeeeeel meer!

Lovina en Lombok

We zitten momenteel in Padangbai, een schattig havenplaatsje aan de oostkust van Bali. Ik zit op de porch van een wat shabby hotel in de zeer warme avond. De zee hoor ik klotsen, de krekels krekelen(?), de gecko’s gecko’en (?), maar…..: ik zie niets want de electriciteit op dit deel van Bali is uitgevallen. En als er geen electriciteit is, dan is er geen water, geen licht en nog belangrijker geen airco. Dientengevolge loopt het zweet in stromen langs mijn lichaam. En nu maar hopen dat mijn snelle katrien, waarvan ik herstellende ben, niet weer met mij aan de loop gaat (om het maar plastisch uit te drukken…).

Ubud hebben we voorlopig achter ons gelaten en zijn toen neergestreken in Lovina (Noorden). Het hotel was een sof (bijna niks deed het). Smaakvol, maar rampzalig, was de avondmaaltijd in een ander tentje. Ik moet iets slechts gegeten hebben. En – ik zal de details besparen – dan duurt zo’n nacht te lang. En dan ook nog midden in de beslommeringen van de nacht de flotter van de wc-pot tierend en kreunend staan/zitten repareren, want het spoelmechanisme deed het deze keer te goed (kamer met stromend water). Volgende ochtend heeft Johanneke – ik was tot niets in staat – een heel goed hotel geregeld. Twee dagen droog brood en witte rijst gegeten, terwijl Johanneke zich de Balinese keuken goed liet smaken. En dat is een hard gelag hoor!

Toch hele leuke dingen gedaan en beleefd. Talloze praatjes met de locals gehad. Binnen no time kent iedereen je, met als gevolg dat het avondwandelingetje naar het uitgangsstraatje van Lovina je bijna een hele avond kost. Praatje met Koentjil, de barman van restaurant Astonia, die graag zijn zelf aangeleerde Nederlands wil aanscherpen. Praatje met Ciska (hi Hangke, hi Lindert smak-smak-smak – ook ik kreeg een beurt), de lokale travestiet, waarbij Johanneke diezelfde middag een mislukte nagelmanicure onderging. Praatje met de ober van het verdachte restaurant, die zich duizendmaal verontschuldigt voor het opgelopen maag/buikprobleem. Na 2 dagen ben je bij iedereen kind aan huis.

Zo ook in de bibliotheek, waar de bibliothecaresse er erg Indisch uitziet, maar zich in het Hoog Haarlems voorstelt met: Ik ben Coba Maas. Eigenlijk een Nederlandse, die sinds enkele jaren in Lovina (Kampong Blanda) woont en via wat vrijwilligerswerk het e.e.a. probeert op te zetten (ze was op zoek naar software voor bibliotheekautomatisering; heb haar beloofd wat toe te sturen, wat haar misschien kan helpen). Gedurende mijn comfortabele ziekbed van 1 dag, gelegen tussen de 2 zwembaden van het hotel en sippend aan de zoveelste cola) een Nederlands boek (van de bibliotheek natuurlijk) gelezen over de val van Bali. Een historische roman over een strafexpeditie van het Nederlandse leger in 1906, waarbij aan Nederlandse zijde 4 doden waren te betreuren en aan Balinese zijde 4000. Dan schaam je je wel hoor.

Niet dat de Balinees dat de Blanda, Blanda nadraagt, want ze hebben ook veel goeds gebracht. Ik weet alleen niet wat. In Sinjaradja (de oude hoofdstad) is nog duidelijk de invloed van de Nederlandse tijd te zien in het straatbeeld. Overzichtelijk aangelegde lommerrijke lanen, de oude vervallen havengebouwen en de Nederlandse ambtenarenwijk: oude stenen villa’s gebouwd in een Balinees/Hollandse koloniale stijl. Ook daar de bibliotheek bezocht vanwege de collectie oude (14e/15e eeuw)Hindumanuscripten op zogenaamde palmbladboeken bekeken. Ze lijken op een soort luxaflex, waarop de oude verhalen in beeld en geschrift zijn weergegeven. Bali is de enige plaats ter wereld, waar dit soort van manuscripten zijn geproduceerd. Ik wist niet wat ik zag, want (voor de ingewijden) Jans Brands heeft die dingen ook. Hij denkt alleen, dat ze uit India komen. Ik zal hem nog een lesje leren.

In Lovina nog een waanzinnige zonsopkomst gezien, terwijl we een dolfijnentrip deden. Het was eigenlijk een dolfijnenjacht. Twintig kleine heel smalle vissersbootjes, die via een bijna militaire operatie een kijkjacht openden op dolfijnen. Zodra een school of kudde gesignaleerd is, wordt twintig boten sterk de achtervolging ingezet. We hebben er een hoop gezien en ook van erg dichtbij. Een prachtig sierlijk gezicht, maar ook wel genant. Het leek op een soort drijfjacht.

Voor de rokers onder jullie heb ik goed en slecht nieuws. Ik heb, dankzij Juli – onze gids/chauffeur) de hand weten te leggen op een partij vloeipapier van suikerriet (kan eeuwen vooruit) en de door mij zo geroemde grove, lichte tabak. Ik heb me een handvol aangeschaft (0,50 eurocent). Johanneke, Juli en ik ook wel, zien een probleem om dit door de Maleisische douane te loodsen. Ga ze maar eens (in mijn gebrekkige Maleis) overtuigen, dat de substantie echt geen marihuana is, terwijl het er wel zo uitziet. Ook het verwisselen van de drumshag voor de ware echte lijkt Johanneke geen optie. Wel neem ik wat Kreteksigaretten mee. Smaken ook zoet en… met echte kruidnagel vermengd.. Ik sluit voor nu af. De electriciteit is nog steeds niet terug. Ik ga een lange zweterige nacht tegemoet. Morgen naar Lombok, waar we een kleine week zullen verblijven.

Tocht naar Lombok

Niet goed voorbereid op de reis naar Lombok (geen klein geld) werden we bij aankomst van de taxibus (of voor wat ervoor door moet gaan) afgezet aan de havenpier. Onze megakoffers en tasjes waren de eerste prooi van een stel dragers. Voor we het wisten grepen 4 Balineesjes onze bagage en sleepten ze naar de boot. Dit gaat lastig worden dacht ik al, want volgen kon ik ze niet. Bij aankomst op de wachtplek begon een chaotische onderhandeling. Stom natuurlijk, want we hadden eerste de prijs moeten afspreken, maar daarvoor waren de mannetjes te vlug. Na veel gesoebat, meekijken in de portemonnee kwam op ingewikkelde manier toch nog iets van een transctie tot stand. En dan er maar op vertrouwen, dat ze de bagage ook nog de grote (overige aardig luxe) ferry op zouden brengen. Mijn vertrouwen in hen (ahum) werd niet geschonden. Daarna natuurlijk nog onderhandelen over een tip (ja: doooeeei). De overtocht verliep een stuk relaxter dan op de boot komen. De boot af hetzelfde ritueel. Tegen de stroom van reizigers, die met allerlei backpacks, tasjes beladen waren, floepten kleine Lombokmannetjes/jongens tussen armen, benen, tasjes naar boven….op jacht naar ons natuurlijk: makkelijke prooien. We waren nu goed voorbereid. Kleingeld op zak en een strakke inzet voor de onderhandeling. Ik liep nu achter ze de smalle trappen af. Het kleinste Lombokkertje tilde mijn zware koffer (28 kilo) op zijn schouder en kreunde aldoor Oh, mij God, Oh my God. Niet onterecht natuurlijk, want zijn kleine ruggengraatje werd bijna vermorzeld door de hutkoffer. Maar het was zeker ook een middel om terug te komen op het eerder overeengekomen draagtarief. Zo zie je maar: we leren nog elke dag in deze wonderlijke wereld. De rit in het taxibusje naar Sengiggi was vochtig. 12 Europese lijven op volle transpiratiekracht kunnen heel wat ellende produceren.

Volgende week ons laatste verslag over ons verblijf op Lombok

Sydney, Auckland, Bali

Donderdag 25 februari vertrokken naar Sydney voor bezoek aan Hans en Annetta en kids in Manly (Sydney). O, o, wat was het weerzien prettig. In de eerste plaats natuurlijk H,A & de kids, maar ook Manly. Flink bijgepraat, gerelaxed, bbq, strandbezoek en gevaren met de boot van H&A in 1 van de watergebieden boven Sydney. Hans was voor een deel van het weekend afwezig i.v.m. een trainingsweekend voor zijn Iron Man project. Een soort van megatriathlon bestaande uit 4 km zwemmen, 160 km fietsen en als besluit een complete marathon. Er schijnen meer mensen te zijn, die dit als liefhebberij ondernemen.: vandaar het event op 28 maart. Ik kan dit niet en wil het niet en kan het ook nauwelijks bevatten. Maandagavond teruggevlogen naar Auckland en daar overnacht. Volgende dag gevlogen naar Kuala Lumpur en daar overnacht. Wat een verschrikkelijk klimaat! Grote smogvorming en een tempratuur die niet bij mijn constitutie past. Je denkt aanvankelijk dat iemand de grote warme vochtige kachel per ongeluk op max. heeft laten staan. Maar het blijft gewoon zo.Of het op Bali koeler is­. Nee hetzelfde. Pfffff.

Aangekomen op Bali. Wat een cultuurschock! Inderdaad, ongeveer dezelfde temperatuur, maar toch wel helderder en daardoor prettiger. Bali lijkt, voorzover onze korte ervaring tot nu toe, een mierenhoop. Denpassar is verschrikkelijk met veel een anarchistisch weggedrag van krioelende auto's en vooral veel brommertjes. Veel gezien, bv. Pa met helm en kinderen voorop zonder helm en ook pa, moe, 2 kinderen op een klein buikschuivertje. Hoe je de val en botsing kunt verzachten. Meer richting Ubud wordt het allemaal wat overzichtelijker. Langs de wegen een enorme lintbebouwing met veel drukte, veel mensen en een overdaad aan winkeltjes met beelden, houtsnijwerk, waarmee je elk huisgezin op deze wereld in ruime mate kunt bevoorraden.

Donderdag met onze chauffeur en gids Katut rondgereden en om Ubud. Veel zeer oude tempelcomplexen bezocht en dan moet je ook wat weten van het Hinduisme. Dat valt niet mee met hun goden, de rituelen, de betekenissen die weer afhangen van enorm veel omstandigheden. Hoogtepunt was het bezoek aan een familie in een kleine compound, waar met een enorm talent gewerkt werd aan Balinese schilder en tekenkunst. Vrijwel allemaal Hindu-gerelateerde voorstellingen, waarop met weken en soms maanden op zit te zwoegen. Je schaamt je rot als je dan de prijzen hoort. Onze keus viel onder andere op een schilderij met allemaal wilde reigers op een bijna mathematische in elkaar passend, alsof Escher hier onlangs is wezen buurten. Ze kenden hem niet.

Verder:

  • - de constant aanwezige geurenmix van citroengras, eten, sandelhout en verbrande dingen;
  • - door een fluitje pratende (soort van) verkeersmanagers. Die vergeefs hun gezag proberen uit te oefenen op verkeerschaos.
  • - Eten, eten, eten, eten, eten, drinken, drinken, drinken.
  • - Benzine, die hier in literflessen langs de weg te koop is vanwege het gebrek aan tankstations
  • - Teksi Sir (ons inmiddels 128.455 keer aangeboden (hint van ons gids: draag een t-shirt, met de kreet: no teksi, thank you)
  • - Hele lekkere en voor ons volkomen vreemde vruchten gegeten. Ook snakefruit. Raar smaakje en de eigenschap direct congestie te veroorzaken in de slokdarm (je denkt op zo'n moment echt dat je laatste uur nabij is, maar dat valt uiteindelijk weer mee)
  • - Alles kost een dollar, totdat je de echte prijs vraagt en die moet je dan weer uitonderhandelen tot de helft. De eerste dag is Bali rijk aan ons geworden.

Vandaag weer een volle topdag:

We hadden een fietsdag geboekt. Met een busje halverwege naar de Vulkaan (Agung Batur) gebracht, samen met 4 Aussies en 2 Engelse meiden. Eerst een gezamenlijk breakfast (ai, het 2e van die ochtend). Koffieplantage gekocht en daar de zeer bijzondere Luwakkoffie gedronken. De koffiestruiken groeien in een dal, waar veel possums (soort rat) leven. Die zijn dol op de koffiebonen en vreten de hele boon op en poepen ze onverteerd weer uit. De uitgepoepte koffiebonen worden met de hand geraapt, gebrand in een aardewerk schaal en vervolgens met de hand gesorteerd (mannelijke en vrouwelijke bonen). We dronken een kannetje. Ik moet zeggen een opwekkende smaak, daar niet van. Kosten: 3 dollar. Voor het zelfde kopje betaal je in de toprestaurants in NY of Parijs ca 50 euro. Koopje toch. Tegelijk een shaggie gerookt van authentieke Balinese tabak. Heerlijk! Het vloeipapier is gemaakt van de rietsuikerstengel en smaakt dus zoet. Ik wil niet anders meer. Vanwege de structuur van de tabak is het genot kortstondig. Laten we zeggen 5 flinke halen en dan heb je het gehad, maar: kwaliteitje. De fietstocht was 35 km downhill (makkie) en 10 km uphill (geen makkie). Ik heb het volbracht. Werkelijk zeiknat van het zweet wachtte ons een voortreffelijk Balinees buffet. Onze gidsen: erg leuke jongens. Begroette ons in de ochtend met hun schat aan Nederlandse uitdrukkingen (gaan met die banaan, lekker kontje). We hebben ze nog wat bijgeleerd: kassiewijle en goegedaanjochie). Dat was onze nalatenschap aan dit eiland. 's Avonds een dansvoorstelling bezocht met gamelanmuziek. Betoverend en fenomenaal. Wat zijn die Balinezen toch artistiek: in dans, in muziek, schilderkunst, houtsnijwerk, kleding, eten. In ieder geval heel belangrijke dingen in het leven. Ik wil hier eigenlijk niet meer weg.

Zondag 7 mrt.

Vandaag een kookcursusje Balinees gevolgd. Eerst gingen we in ganzenpas naar de markt. Wij hadden aangenomen dat de markt 1 straat was, maar we belanden tot onze grote verrukking in een doolhof van paadjes en gangetjes erachter. Daar werden groenten en kruiden gekocht. We kregen een kookboekje en daaruit zijn 6 gerechten bereid, die allemaal even verrukkelijk smaakten. Leenderts neus krulde van plezier. Hij steeg bijna op.

En gisteravond ook alweer een dansvoorstelling en heerlijk gesmuld. Kortom: we maken er wat moois van.

laatste weken NZ

Dinsdag 16 februari

Open deur: wat gaat de tijd snel! Zo zit je in de omgeving van Rotorua, zo ben je heel ergens anders. Dat is natuurlijk ook de kern van reizen.Vrijdag hebben we Whakarewarewa bezocht. Goed oefenen met de naam, dan lukt het vanzelf wel. Dit is een dorp, waar Maori-families wonen, die zo gastvrij zijn mensen rond te leiden in hun dorp en o.l.v. een gids ze van alles te vertellen. Dit dorp is gebouwd in het vulkanisch gebied en daar maken de inwoners handig gebruik van. Zo hebben de huizen een natuurlijke vloerverwarming, de maiskolven worden gekookt in de hotpools en het eten wordt gegaard in gemeenschappelijke 'magnetrons'. Deze staan op de foto van de vorige webmail. Als de oven in gebruik is voor b.v. een cake en hij mag niet geopend worden legt men een steen op het houten deksel. Hoe simpel kan het leven zijn. Er worden heerlijke hangimeals in bereid, maar wij hadden een kleine trek, dus we namen een hangi petty, een met groenten en vlees gevuld broodje van bladerdeeg.

Onze gids demonstreerde ook, hoe de rieten rokjes worden gemaakt.

Neem het buitenste blad van de aloe vera. Niet het jonge binnenste blad, want dat moet nog groeien.

  1. Snijd met een stanleymes het bovenste en onderste stuk eraf, alleen het middelste stuk gebruik je.
  2. Neem je mes en maak sneetjes overdwars, waar je de versieringen wilt hebben.
  3. Met de botte kant van een schelp krab je het bladgroen er in de lengte vanaf.
  4. Je houdt een witte bos vezels over, die je m.b.v. de onderarm en bovenbeen ( het moeilijkste deel) in elkaar draait.
  5. Doe dit zo'n 200 x en je hebt er een blits, goedkoop kledingsstuk bij.
  6. Kijk op Schiphol uit naar dikke beentjes onder een authentiek Maorirokje: dat ben ik..

Na al deze inspanningen- ook nog rondgewandeld om de groene en blauwe vijvers te bekijken togen we weer naar de camping, om weer te soppen in het hete water. Pool in en pool uit. Er waren er 6!

Zaterdag ( 13 feb.)verder getrokken richting Coromandel. Via de Bay of Plenty. Zo heet deze provincie. Een naam die tot mijn verbeelding spreekt. Zondag ging het noordwaarts en vonden we onderdak bij een leuke camping. Deze was eerst een koeienstal geweest en de ijzeren afrasteringen(bokjes) stonden er nog. Meteen zag ik mogelijkheden voor exploitatie van de boerderij van Johan en Dineke. Als het minder wordt met het cabaret en je staat open voor nieuwe idee?n: ik sta tot jullie beschikking.

Nog meer hotpools

Coramandel: de streek ziet er uit, zoals ie klinkt: sprankelend. De prachtigste baaitjes omgeven door hoge rotswanden en een superbe branding. Met 4 lifegards om (onder andere)mij voor de verdrinkingsdood te behoeden snelde ik in mijn nieuwe surfbroek (uitverkoopje) en wat een hoop natte stof om de benen heen (mijn tanga met op achterzijde SPEEDO kan echt niet meer volgens Johanneke)) de branding in. De nog niet helemaal genezen kuitspier kreeg het voor de kiezen (zo dat kan). De eerste 5 megagolven was ik de baas en dan denk je dat je de oceaan meester bent, en dan reken je niet op die zesde, die toch in een ander tempo komt aanrazen (dat vermoed ik tenminste, want gezien heb ik ‘m niet). Je wordt dan toch door een soort van waterwringer gehaald, waarbij ledematen in allerlei standen worden gebogen, waarvan ik niet meer wist dat ik die elasticiteit nog bezat. In plaats van huilend en proestend naar Johanneke te lopen ga je toch weer een volgende sessie aan.

Dan de hotpools op Hotwaterbeach. Dat ik me zo kan verlagen! Hotwaterbeach is bekend van de warmwaterbronnen, die behoorlijk dicht aan de zandoppervlakte liggen. Belangrijk: het moet laag tij zijn. Het is maar een kleine oppervlakte van ca 50 x 50 meter. Elke toerist komt daar (met schepje, ook wij) aan in de verwachting dat het hele strand van warmwaterbronnen voorzien is. Al gauw ontwaar je een soort van mierenhoop van heel jong tot heel oud, die in de grond staat te spitten dat het een lieve lust is. De vroegkomers zitten te hoog (geen water/geen hete plek) en de laatkomers moeten genoegen nemen met een plekje, waar de koude golven steeds de opgebouwde dammetjes op een 1953-achtige manier verwoesten. Dan hoor je de slachtoffers zuchten en de bezitters van niet beschadigde fortificaties smadelijk lachen. Tijd om met elkaar op de vuist te gaan is er niet, want er moet weer gegraven en gedamd worden (tegen beter weten in). Dit spel duurt zo'n drie uur lang en dan kan gaat iedereen tevreden en voldaan naar huis gaan. Ook wij. Behalve het schouwspel toch een aparte ervaring. Ik heb het na 2 instortingen opgegeven en ben gewoon op zoek gegaan naar een warm plekje. Je moet even wroeten met je handen door het natte zand, maar als je zo'n plekje gevonden hebt is het wel gek dat je ‘m op een gegeven moment of moet wegtrekken uit het zand of moet hopen op een lekker koud zeegolfje, dat de boel weer afkoelt. Ik schat dat de temperatuur toch al gauw tussen de 60 en 70 graden oploopt.

18 februari

Jammer. Een regengebied plaagt voor de komende dagen het Noordeiland. We hadden nog zo graag strandjes bezocht en de uiterste punten van het Coromandel schiereiland langsgereden vanwege de mooie vergezichten. Met regen is er niets te zien, dus we besluiten door te rijden naar het noorden van het Noordeiland.

Onderweg Auckland gepasseerd en een bezoek gebracht aan Jos en Ria Huysmans. Jos ken ik via mij werk (HKA-automatisering) en heeft me in december de nodige reistips gegeven. Jos en Ria hebben een huis beneden Auckland en dat hebben we bewonderd. Voor de 2e keer in 2 maanden weer in een echt bed geslapen. En wat voor een! Hartelijk ontvangen en zeg maar ‘volledig verzorgd'. Heerlijk bijgekletst en zelfs weer (heel even) over ‘werk' gepraat. De volgende dag hebben we ons door de spaghetti-kluwen van wegen langs Auckland gewurmd. Gaan nu het Noordelijke rondje maken, eerst langs de westkust en dan via de Oostkust naar beneden. Duurt ca 5 dagen.

22 februari

Vannacht onze laatste nacht in ons campertje. De Nieuw Zeelandreis is bijna voorbij, we worden overweldigd door weemoedige gevoelens: ‘ziet dankbaar terug en vertrouwend vooruit' is aangebroken. Morgen om 2 uur pm in Auckland wordt de camper opgehaald door Dan. Daar hebben we een hostel besproken en gaan we 2 dagen in Auckland rondkijken.

Maar eerst de afgelopen dagen. Die stonden in het teken van de Kauriboom. Het museum bezocht, bossen doorkruist met Kauri bomen, echt geweldig. De Kauriboom is een majesteuze boom, die wel 3000 jaar oud kan worden. 1 tot 5 meter doorsnee en 30 tot 60 meter hoog. Woudreuzen, waar lang geleden het Noordereiland boven Auckland mee volstond...tot de blanken kwamen en de bomen kapten voor landbouwgrond en om te exporteren. Toen terug langs de Bay of Islands met baaitjes en strandjes. En het was zulk heerlijk weer! Dus weer volop genoten.

Donderdag vliegen we naar Sydney om bij te kletsen met Hans, Annetta en hun meiden.

Daarna gaan we op 2 maart naar Bali.

Dan merkt niets

Twee dagen voor inlevering van de camper werd ons verzocht om Dan op te bellen (Call Dan) ivm de overdracht. Dit werd ons in Christchurch zo duidelijk te verstaan gegeven, dat het ‘Call Dan' een door ons geadopteerde kreet werd. Waar staat de suiker? Call Dan! Zijn we de weg kwijt? Call Dan! Waar ligt de telefoon? Call Dan! (is wat lastig). Zondag Dan gecalled waar en wanneer de overdracht zou plaats vinden. Dinsdag 23 febr. 14.00 uur bij het Hostel. Camper keurig schoon gemaakt aan binnenkant en niet aan de buitenkant vanwege de zichtbaarheid van de deuk. Geparkeerd met achterzijde tegen de bosjes, om de inspectie achterzijde te bemoeilijken. Tactiek afgesproken met Johanneke. We geven geen antwoorden op niet gestelde vragen. We zijn eerlijk als het moet, niet wanneer het mag. ‘If we enjoyed the camper?'. Sure en van me dit en dat, maar de kritische vraag werd niet gesteld. Dan reed weg, en wij wisten niet hoe snel we downtown Auckland moesten komen, onbereikbaar voor Dan. Rondje voor de tipgevers (Tineke/Wim en MJ). Dan zal altijd in onze herinnering blijven. Is er stront aan de knikker?: Call Dan!

Vanavond aan de Auckland Harbour gegeten. Daar Herman Blijker tegen het lijf gelopen. Dat is ook niet zo moeilijk, als hij eenmaal in Auckland is (en ik). De Rotterdamse kolos maar niet aangesproken, bang voor iets van ‘tering op tyfuslijer' toegevoegd te krijgen. 's Avonds de bomvolle bus teruggenomen naar het Hostel. Of de chauffeur ons bij de aangegeven halte wilde waarschuwen. Waar we wezen moesten: Bamberhouse? I'll drop you off! Kom daar in Assen eens om.

Rotorua en omstreken



Zaterdag 6 februari
Ik ben vandaag de hele tijd met de dagen in de war. Denk steeds dat het zondag is, wat elke keer weer meevalt.
Vanmorgen met de kinderen geskyped, zij konden ons niet zien,maar wij hun wel. Samen met de vrienden van MJ gezongen bij de taart met kaarsjes, want hij wordt vandaag 27 jaar.
Na zo’n telefoonsessie voel ik me altijd de koning te rijk en Leendert ook geloof ik.
Tongariro National Park stond op het program. Ons eerst laten informeren en daarna een wandeling rond een meer gemaakt. Het blijkt, dat we ietwat blasé worden, want we vonden het wat tegenvallen. Zulke wandelingen hadden we op het Noordereiland al gehad, maar dan mooier en spectaculairder.
Toen een mevrouw aan Leendert op de terugweg vroeg hoe de wandeling was zei hij dan ook:” niks aan, doe maar niet.” Waarop ze hartelijk om dit grapje lachte (hetgeen geen grapje was).
Terug in Whakapapa village zijn we nog naar boven gereden naar het skigebied. Deze rit is wijds, woest en steenachtig (lava) en zeer de moeite waard. En je kan d’r zo lekker oetkiek’n. Morgen gaan we hier wandelen en dat lijkt me geweldig.

Deuk
Ergens zijn we een deuk opgelopen. Weten niet waar en hoe. Lag het aan mijn stuurmanskunst of waren er onverlaten in het spel. Dat laatste natuurlijk! Het is een mooie deuk, zonder krassen of lakschade. Ik denk dat hij een mooie weerspiegeling geeft als je ‘m mooi oppoetst. We hebben toch geprobeerd zelf het vak van uitdeuker uit te oefenen. Het zag eruit alsof je ’m zo terug kon deuken. Eerst met de bolle kant van de macaronischep en vervolgens met een onderdeel van de krik. Dat is niet helemaal gelukt. Het ziet er nu uit als een gesnotenzakdoekoppervlak: beetje kreukelig. Maar als je er wat vuil tegen smijt en we de auto ’s avonds laat kunnen inleveren valt het niet op. Moeten we dat doen of moeten we eerlijk de schade opbiechten. Dit is momenteel druk in discussie.


Zondag 7 feb.
Vroeger schreef al iemand in mijn poeziealbum: als je 7 februari vergeet, sla ik je broekje heet.
En elk jaar moet ik daar weer aan denken.
Al vroeg op om een wandeling te maken. Daarna koffie en weer een wandeling.
Deze tochten vergoeden ruimschoots de stoffige tocht van gisteren. Zo’n lavalandschap met al zijn plooien en dalen, de meest wonderlijke kleuren maakt dat je blijft fotograferen. De rode stenen, het goudbruin gekleurde water, soms rood, dan weer wit, er zijn echt geologische verklaringen voor hoor, maar voor mij is het een sprookjeslandschap. En de tweede tocht deed niet voor de eerste onder met vergezichten die thuishoorden in Lord of the Rings. De schoonheid der natuur was twee Britse jongens in de bol geslagen, want ze joegen iedereen de stuipen op het lijf door “Lord-of-the Ringetje” te spelen met veel geschreeuw en dreigende gebaren. Toch die film maar eens bekijken.

De forgotten world- route zullen we niet snel vergeten, want die had een bizar maanlandschap van met gras begroeide grote bulten. Daar lopen schapen op, die er niet vanaf rollen: mijn respect! Als verrassing een leuke diepe gorge op de koop toe. De camping lag aan een dirtroad van deze weg. Het was een background camping, door de baas van ’t spul met veel flair en oud materiaal in elkaar geflanst. Maar de douche was warm en alles werkte. We stonden in een soort multifunctionele weide, want de kippetjes scharrelden rond en er hadden ook koeien gelopen, want ik maakte nog een sliding in een koeienvlaai. ’s Morgens gewekt door vogelenzang , krekels en hanengekraai……..ja ik ook!

Teva’s
Half Nederland draagt ze. En iedereen kent na drie weken zomervakantie wel het probleem van blote voeten en teva’s. Stank. Het lijkt erop alsof dit probleem zich na 3 weken met de week verdubbelt. Ik probeer al alles: met teva’s onder de douche, teva’s apart wassen met zeep, met shampoo. Het is zelfs zo dat er al een chemische reactie op gang komt als voet en teva in elkaars nabijheid zijn. Wie weet raad? (gelukkig betreden we de komende dagen een stinkgebied: Rotorura en omgeving: rotte eierenlucht vanwege alle vulcanische verschijnselen).


Library
Elk durp heeft. Dat is dan goed geregeld. Over het algemeen ruime gebouwen met openingstijden van 9 tot 5, 5 dagen per week. Aquabrowser ook hier present. Heel veel volgestouwde kasten met boeken, die volgens mij niet worden geleend. Nog geen retailconcept kunnen ontdekken. Internet (ook hier gratis) goed gebruikt en ook hier veel seniorenpersoneel.

Donderdag 11 feb.
Eergisteren via de omweg Mt. Egmont/ Taranaka terug bij Taupo de nacht doorgebracht. Na een hele dag in de auto gingen we daarom gisteren al vroeg op pad om een wandeling te maken naar de Huka Falls. Dat liep helaas al na een km. mis want Leen kreeg bij het opklimmen van een hellinkje een zweepslag in de kuit. Hij herkende de pijn meteen, want hij had het al eerder gehad. Al balend teruggestrompeld, leunend en hinkend. Over de 10 min. heenweg deden we nu een uur. Vervolgens naar de I-site, want die hebben vast goede raad. Slechte raad is; naar de dokter en rust houden. De man van de I-site (VVV) verwees ons naar de apotheek, waar we een wandelstok aanschaften. Dat liep al veel beter. Na de koffie met iets lekkers voor de schrik ging Leendert terrassen en ik shoppen. Na een Ibuprofen durfde Leendert wel naar de Huka Falls te rijden. En met wandelstok langs het hek schuifelen ging ook best. Wat een prachtige waterval. Zo’n brede, mooie hadden we nog niet gezien in NZ. Wat ben je dan weer blij, dat je dit weer meemaakt, want de doemscenario’s vanmorgen waren niet mis.
Toen konden de Craters of the Moon er ook nog wel achteraan.
Een bizar landschap wat zich laat zien op de breuklijn van White Island in het Noorden tot het Tongeriro National Park.
De stoom komt uit de grond met een lucht van rotte eieren en zwavel. Overal stoomt en pruttelt en rookt het. Je komt ogen tekort !
Gekampeerd op een camping met eigen hotpool idyllisch omringd door palmbomen en gras en rotsige paadjes. Daar ging Leendert in zitten bubbelen met zijn been .
Vanmorgen ging het gelukkig een stuk beter met zijn been. We maakten een wandeling, niet lang, met wandelstok, door een park met thermische wonderen. Modderpoelen die bubbelen, prachtig gekleurde poelen in geel en aqua, vanwege de chemische stoffen in het water. Geisers, een grot met poel en brubbelbronnen, alles kokend heet, je gelooft je ogen niet. Ik voelde me net Johanneke in Wonderland. Na een bezoekje aan Rotorua, waar de stank van zwavel net zo gewoon is als in Groningen de Suikerunie, gingen we naar de camping, die als extraatje warmwaterbaden had. In hetzelfde thermische gebied stroomt een bron van 98 graden in een riviertje wel 3 km. lang heet water, om dan uit te monden in een grotere rivier. Dit eerste stuk van de rivier is het water kokend heet en daar heeft men deze thermische pools aangelegd. De temperatuur van het water is 35-40 graden en het water voelt wat vettig, olieachtig aan. Maar wel superde super om mee te maken, zeg! En.. zo goed voor Leendert been. Hij loopt kleine stukjes al zonder stok.

oeps, fotos komen later

Fotos kunnen niet geladen worden op deze computer, dus tot later!

Van Wellington naar Tongariro National Park

1 februari

Vandaag met weemoed afscheid genomen van het Zuidereiland. Johanneke had het zelfde gevoel. Weemoed, omdat: het o, zo rustig en zo mooi, haast onbedorven is. We verlieten Picton met storm maar zonder regen. De bootreis was relaxt. Wellington komt over als de bewoonde wereld. Grote en mooie stad. Ook mooie tandarts, want Johanneke moet morgen een gat laten vullen: te hard gekauwd op te veel lekkere dingen: ik ben afgevallen en zij niet. Dat is de straf.(de vuile leugenaar!! Joh.) Een vulling is gewoon een filling, dus het uitleggen ging snel. Nu morgen duidelijk maken dat een noodvulling gewenst is (emergency filling?). Zitten nu in door Suze aanbevolen hostel in Paekakeriki. Inderdaad een ontzettend gezellig, shabby backpackerhostel. We hebben een aparte unit met een ‘stunning oceanview'.

2 februari.

Teruggereden naar Wellington, waar we heerlijk hebben ontbeten bij de Mac's. Ja, dat kan! Aldus gesterkt met het kabelbaantje naar de Botanic Gardens, boven op de heuvel, en er lopend weer af. Wel door prachtige tuinen gelopen en een heerlijke ice-coffee als beloning. De Parlementsgebouwen bekeken en de Beehive en nog een kerk ingedoken, omdat iets cultureels ook moet in zo'n stad. Gisteren hebben we ons door het Te Papa museum gewerkt. Een museum, waarin ook kinderen getriggerd worden om dingen te onderzoeken. Dan denk ik meteen: leuk voor De Boei! Je bent er uren in zoet en vandaag wilden we vooral buiten in de zon lopen. Om 3.30 pm werd ik bij de tandarts verwacht. En ik trof het bijzonder, want de tandarts, ik mocht Jonathan zeggen, leek op de Britse prins William. (Leendert: sindsdien is het Jonathan voor en Jonathan na en ah, oh Jonathan) Bovendien was hij doodsbenauwd mij pijn te doen en verdoofde het zaakje meteen. Ik werd het volgende halfuur afgeleid met een digitale fotosessie, die tegen het plafond geplakt zat. Honden, vergezichten, zonsondergangen, de Zaanse Schans enz. : ik heb het allemaal langs zien komen. Toen ons koetsje weer in om in Martinborough te overnachten.

3 februari. Woensdag

Naar Cape Palisser gereden om pelsrobben te spotten. Tip van de campingbaas. Langs de weg op de rotsen in de zee lag een kolonie van tientallen pelsrobben. En wat kunnen ze geweldig stinken! Het is fascinerend om daar tussendoor te lopen. De vuurtoren beklommen met 250 treden. De vegetatie is weer anders met andere bloemen en planten. De rest van de dag gekerkepad (toeren) en 's avonds een pizza gegeten.

Donderdag 4 feb.

We zijn verder gereisd naar Wanganui, waar we nu zitten. Het is altijd verrassend als je 's morgens niet weet, waar je 's avonds zult zijn. Nieuwe stoeltjes gekocht want de camperstoeltjes waren allebei ter ziele (min of meer doorgezakt). Bij Wanganui aan het strand gezeten in het zwarte zand. Dat is wel een smerig gezicht, maar de golven waren verrukkelijk.

5 februari

Na het fantastische Zuidereiland, waren onze verwachtingen van het Noordereiland niet zo hoog gespannen. De oh's en ah's (niet betrekking hebbend op Jonathan) waren niet van de lucht. Vandaag van Wanganui (Westkust) langs de Wanganuirivier naar het Tongarira Park gereden. Wat een schoonheid en wat een mooie rit (ca 50 km heben we een halve dag over gedaan. En opeens om een heuveltje: floep, daar ligt hij: Mount Ruapehu. Majestueus. Het was ook verschrikkelijk helder weer. Deze berg is om bekend van Lord of the Rings. Eigenlijk zijn het drie grote krater van tussen de 2000 en 2500 meter hoog in een desolaat landschap. Morgen proberen we een kort wandelingetje in de buurt. De echte 3-daagse track (de crossing) is ons verboden door Suze en MJ. Vraagt inderdaad nogal wat conditie.

NB's:

De vakantiedrukte is nu echt ten einde. Alle scholen zijn weer aan en dat betekent rustige campings, rustige wegen.

Het weer is voor NLDse begrippen erg onstandvastig. Wij vinden het prima weer met heerlijke temperaturen. Erwin Krol zou het hier moeilijk hebben, want voorspellingen zijn bijna niets waard. Het weer slaat: floeps om. Al met al toch weinig regen gehad.

Afscheid van Zuidereiland

Dinsdag 26 januari

Vandaag het boeltje gepakt om te verkassen naar Nelson. Innig afscheid genomen van onze camping'mum' en ermee op de foto. Na Takaka hebben we omgereden om een prachtige tuin te bekijken.

Omdat het nog steeds vroeg was en wij 'tied zat' hadden besloten we de Harwood hole te bezichtigen. Het lag vrijwel langs de weg en dan hadden we een leuk uitstapje. Nu, dat hebben we geweten. Toen we de dirtroad opreden stond er al een waarschuwing, dat de weg hier en daar erg smal was. Maar die Kiwi's overdrijven altijd zo! Dus we togen blijmoedig voorwaarts, we waren bovendien in onze nopjes, omdat we van dat ijzersterke grijze tape hadden aangeschaft om de inhoud van het keukenkastje op z'n plaats te houden.

Maar toen kwam er in de verte een tegenligger aan. Leendert ging alvast op een uitwijkplek staan, maar het duurde en duurde en de tegenligger kwam nog niet in 't zicht. Net toen we opgetrokken waren verscheen hij om de bocht. L. dacht weer bijtijds te anticiperen en wilde achteruit naar de uitwijkplek. Helaas belandden we met ons linkerachterwieltje in de greppel naast de weg en konden er met geen mogelijkheid meer uitkomen. Het mannetje uit de pickup, de andere auto, schoot gelukkig te hulp. Hoewel hij al senior was draafde hij kwiek in zijn blauwe overal, al mompelend in zichzelf, naar onze camper en naar zijn eigen pickup om touwen te pakken. Helaas werden die stukgetrokken. Maar er kwam onverwachte hulp in de vorm van een busje vol hippies. De 3 heren van het gezelschap duwden met vereende krachten de camper weer op de weg. Ik was zo geschrokken, dat ik er vreselijk van moest klappertanden. Hierdoor heb ik onvoldoende gekeken naar de knapste van het stel, een soort bebaarde Johnny Depp. Verderop stond op een grote weide een heel hippie-tentenkamp . Er was vast een meeting of zo . Eindelijk waren we bij de parkeerplaats voor onze bezienswaardigheid. Daar bleek dat er nog gelopen moest worden; 3 kwartier heen en weer 3 kwartier terug. Maar als je al zoveel obstakels achter de rug hebt is dit een peulenschil. Alleen moest er op het laatst nog flink over rotsen geklommen worden. Persoonlijk vond ik de Hole een beetje tegenvallen na zoveel inspanningen.

Het was inmiddels 2 uur en na een koek-en-zopie moment ging het weer terug. Bij het hippiekamp stond een zweverige jonge schone in fladderende rokken en omslagdoeken te liften. In haar lange, donkere haren droeg ze een kransje van rozemarijn. Zo'n meisje neem je natuurlijk mee, want alle hippies zijn aardig en behulpzaam en dan wil je graag wat terugdoen. Onze schone was stemloos, ze praatte niet, dat deed ze al meer dan 2 jaar niet, knikte ze op mijn vragen. Wel maakte ze instemmende geluidjes, als een jonge pup. Ik vroeg of ik haar mocht fotograferen, maar dat stelde ze niet op prijs. Ze piepte luid van ontstemming en toen ik zei, dat het oke was vleide ze haar hoofd tegen mijn schouder en knorde tevreden. Toen we haar afzetten in Motueka, kreeg ik een tedere omhelzing als dank. Leendert morde, want ik krijg telkens kussen en omhelzingen van mooie liftsters en hij niet.

Na een rit via Nelson naar Okiwi kwamen we aan op een echte viscamping. We troffen het, want er waren 3 vissen gevangen van ong. 1 m. De visser wilde gelukkig wel trots met de buit op de foto.

‘k Ben benieuwd, wat de dag van morgen brengt.

Woensdag 27 januari.

Vandaag vanuit Okiwi naar French Pass getoerd. Ca 45 km dirtroad, soms smal en stijl. En maar hopen dat je geen tegenliggers hebt. Gelukkig is elke dirtroadgebruiker heel welwillend en maakt ruimte waar het kan. We zitten nu in een gebied zonder winkels, banken, pompstations en koffiebarretjes. Dus het is zelf wat aanklooien met iets, waarvan op de verpakking staat dat het cappuchino is. Over de 2x 45 km doe je dus een hele dag inclusief kijkje hier en duikje daar in die prachtige baaitjes. Echt jadegroen en heel helder water en o ja, helemaal alleen voor je zelf. ‘s Avonds gegeten in een heerlijk visrestaurantje (want ze hebben niks anders) met waanzinnig uitzicht.

Kiwiman

Wil je een beetje meetellen, dan heb je als kiwiman (naast vrouw en 2 kids) de volgende (droom, wil ik bijna zeggen, maar het is een) standaarduitrusting: een grote 4-wheeldrive Toyota dubbele cabine en laadbak (eventueel met kap) en daarachter een trailer met boot. Daar gaat hij mee vissen. Teruggekomen op de camping is het de vangst van die dag tonen en erover ouwehoeren. Daarna de vangst schoonmaken. Dat zijn dus flinke knapen van wel 1 meter. Om het handzaam mee te nemen in coolboxen (ook weer megagroot) wordt het zagen. Daarna het liefst vis bakken of roken. Op de camping hangt steeds een latente lucht van (gebakken/gerookte) vis.

E-reader

Van mijn familieleden kregen wij een e-reader cadeau. Leek ons handig, want dan hoef je niet zoveel kilo's mee te sjouwen. Toch papieren exemplaren meegenomen, want ja, een boek kan je aaien, ruiken, buigen, vliegen mee vangen etc. Nachttrein naar Lissabon (prachtig boek) en Bruidsvlucht (om in de sfeer te komen) toch klassiek gelezen. Omdat ik nu toch moet gaan rekenen (hoeveel papier heb ik nog, heeft Johanneke nog en wanneer wordt de e-reader geclaimd), ben ik op e-formaat aan De familie Meijer (Lewinsky) begonnen. Ik zag er best tegenop, maar ik moet zeggen: ik raak echt enthousiast. Je kunt het lettertype op seniorformaat zetten (gelijk gedaan) en je hebt het idee dat je door het boek heenvliegt (2 van 290 van 725 is de stand). Een oortje leggen is 1 klikje. Het is erg klein en handzaam vergeleken met het papieren boek en je kunt er ook vliegen mee doden, mits met zachte hand (dodental staat op 2). Een nadeel is dat je, net als je in een spannend gedeelte bent aangeland, de batterij leeg is. Dan moet je hem opladen via de Labtop,juist op een moment dat je geen stroom voor handen hebt. Maar de eerste ervaringen zijn positief. Het is de dood voor mijn vak, maar volgens de agenda van de trend-watchers zou de bibliotheek toch al in 2018 ten dode zijn opgeschreven.

Donderdag 28 januari

Al om 7 uur opgestaan, want we hadden een vol programma. We verlieten Okiwi met de vislucht om Nelson te bekijken. Daar hadden we ons echt wat van voorgesteld, maar het bleek kleiner, dan we dachten. De Christ Church Cathedral bekeken. We dachten een oude kathedraal aan te treffen, maar hij was van 1925. Wel leuk om even in het buurtje daar rond te lopen met nog oude arbeidershuisjes, die er popperig en vaak opgesierd met bloemen erg romantisch uitzien. De winkels waren prima!

Onze volgende pleisterplaats was Havelock,( Ans, het noorden van het zuidereiland) DE plaats van het kweken van de groene mosselen. Daar zijn we ons niet aan te buiten gegaan, want we hadden nog een hapklare brok van de Thai uit Nelson.

De camping werd bestierd door een olijke dikkerd, het boeltje zelf had een hoog Ma Flodderpubliek. Het geheel lag wel aan de haven, zodat we 's avonds nog een lekkere capp. hebben gedronken 'daar in dat kleine café'

Vrijdag 29 januari

De dag begon al goed. Leendert wilde even de kopjes omwassen en Floep! De kraan schoot eraf en het water spoot eruit. Na veel zelf proberen en gehannes werd ik er op uit gestuurd om de campingbaas te halen. Die zat genoeglijk in alle rust zijn krantje te lezen en zei dat hij wel zou komen...straks. Ik dacht: die komt never niet opdagen, maar toch na een minuut of 5 (het water stroomde nog steeds volop) wie kwam eraan gekuierd? Jawel! Inmiddels was onze buurman van de stacaravan met de papegaai en de kanten gordijntjes een kijkje komen nemen. En zoals de Kiwiman is: niet gedraald, maar het probleem aanpakken en oplossen. Dus hij met schroevendraaiers in de weer. (die hadden wij niet meegenomen uit Nederland) En jawel, toen de corpulente chef op z'n dooie akkertje arriveerde had hij de klus al bijna geklaard. Wat de baas restte te doen was ouwehoeren. Hij zou er nog wel eens een nieuwe kraan opzetten....sum day.

Daarna richting Pelorusbridge gereden. Maar voor we daar arriveerden had L. bijna een wegwerker van de sokken gereden, want hij had zijn bordje met STOP niet gezien . Maar de Kiwi's schelden niet, steken geen middelvinger op, ze lezen je keurig de les. Da's bijna nog erger. Maar de Pelorus bridge was prachtig. Een idyllisch plekje bij een rivier, waar je kan wandelen en daarna de plomp in duiken. Na een bak leut (latte) hebben we een tocht door de Sound gemaakt. Het is een heel groot gebied en het ene uitzicht is nog fraaier dan het andere. Om 6 uur op de camping in Picton (het noorden Ans van het zuidereiland) aangekomen. Hier blijven we tot maandag, want dan gaan we naar het Noordereiland.( en daar het zuiden van ).